Armina, het spirituele forum

Nederlands => Spirituele kennis => Topic gestart door: AviilokinKshi op mei 21, 2023, 10:42:14 am

Titel: De Oorsprong van Onwetendheid
Bericht door: AviilokinKshi op mei 21, 2023, 10:42:14 am
Vraag: Wat is de oorsprong van onwetendheid en hoe kunnen we er voorbij gaan?
Antwoord: Ons bestaan berust op onderling afhankelijke tegenstellingen. Het hoge maakt het diepe mogelijk; het diepe maakt het hoge mogelijk. Helderheid definieert duisternis, en duisternis definieert helderheid. Zonder mannen zouden er geen vrouwen zijn; zonder vrouwen zouden er geen mannen zijn. Op dezelfde manier bestaat onwetendheid vanwege wijsheid, en wijsheid vanwege onwetendheid. In het transcendente rijk van Tao bestaat deze onderling afhankelijke dualiteit niet. Om voorbij onwetendheid te gaan, moet men zowel onwetendheid als wijsheid loslaten.

Echter, omdat Tao de universele essentie van alle dingen is, heeft het een verbindende kwaliteit tussen alle dingen. Ook al laat men zowel wijsheid als onwetendheid los, omdat Tao je zal verbinden met de principes en harmoniserende dynamiek van de realiteit, zal men zich afstemmen op de waarheden van het leven. Op deze manier bereikt men dan toch inzicht, wijsheid, harmonie en helderheid.

Vraag: Er wordt gezegd dat het transcendente rijk van Tao, ook wel aangeduid als leegte, non-dualiteit of shunyata, geen kwestie is van bestaan noch niet-bestaan. Hoe zou iemand dit kunnen begrijpen?
Antwoord: De moeilijkheid ligt erin dat het niet per se een kwestie is van conceptueel begrip. Onze geest moet stil genoeg zijn en onze gemoedstoestand voldoende sereen om onze energie te stabiliseren.

Alleen wanneer onze energie gestabiliseerd is, kan deze worden gericht en functioneren als een signaal. Wanneer we vredig aandachtig of meditatief zijn en vervolgens het fenomeen non-dualiteit in de geest houden, zal onze energie contact maken met de transcendente dimensie.

Wanneer ik spreek over “het fenomeen non-dualiteit in de geest houden”, bedoel ik dat je een zin in de geest houdt die het non-dualistische principe uitdraagt, zoals “Tao is geen kwestie van bestaan noch niet-bestaan.” Of: “Geen dualiteit, geen non-dualiteit.” Of: “Geen onwetendheid en geen wijsheid.” Of: “Geen Tao, geen geen-Tao.”

Wanneer we stil, kalm, aandachtig en meditatief zijn, zullen dergelijke zinnen onze energie afstemmen. Ook wanneer ze hardop worden uitgesproken. Net zoals een mantra. Het helpt om een zekere acceptatie te voelen ten opzichte van het principe van non-dualiteit. Mijn nederige persoonlijke ervaring wijst erop dat, om de gestabiliseerde energetische staat die nodig is voor het behouden van transcendente overeenstemming, een leven van stilte de voorkeur heeft, waarbij de vele onnodige woorden en reactiviteit die zo kenmerkend zijn voor de altijd rusteloze menselijke gedragswijze worden losgelaten.

Vraag: Wanneer ik mijn afstemming met de principes van de werkelijkheid bereik via de verbindende werking van de Tao, hoe ziet deze vorm van helderheid er dan uit?
Antwoord: Deze vorm van inzichtelijkheid wordt niet noodzakelijkerwijs op een conceptueel niveau ervaren waarin je je helderheid in woorden kunt uitdrukken. Je gevoelswereld en gedragswijze passen zich aan aan de waarheden van het bestaan; je begint je eigen manier van functioneren aan te passen aan de principes van het leven, een beetje zoals het hartorgaan gewoon weet hoe het moet functioneren zonder noodzakelijkerwijs de componenten van zijn eigen werking in abstracte ideeën te kunnen vertalen.

De moderne natuurkunde vertelt ons dat alles bestaat uit vibrerende energie. Net als de oude Chinese mystici ervaar ik dat deze energie zich gedraagt als water en als wind (fengshui; feng: wind, shui: water). Wanneer je eigen manier van functioneren zich aanpast aan de principes en harmoniserende dynamiek van de werkelijkheid, is het als een wolk die door de wind wordt verplaatst en als een schip dat op kosmisch water drijft. Iets “duwt” je wezen in de juiste richting.

Vraag: Wat is de betekenis van het leven?
Antwoord: Het menselijk vermogen om vragen te stellen bestaat altijd uit een selectie van acht basiscomponenten van vraagstelling, wat betekent dat elke vraag die we stellen een selectie gebruikt van de volgende acht basisvragen: wie, wat, wanneer, waar, hoe, waarom, kwantiteit en kwaliteit. Bijvoorbeeld, wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat is de betekenis van het leven?
In het Ongemanifesteerde, transcendente rijk van Tao bestaan deze acht (of welk aantal dan ook) basiscomponenten van vraagstelling niet. In de Tao zijn er geen vragen noch antwoorden; er is geen onwetendheid of kennis. Echter, omdat de Tao een verbindende kwaliteit heeft tussen alle dingen, treedt men in diepe communie met het leven. Ik kan niet anders dan zeggen dat deze gemeenschap mij vervult met een gevoel van zingeving. Sommige antwoorden op de diepere vragen van het leven kan ik in woorden uitdrukken en in een geconceptualiseerde vorm vertalen; echter, omdat dit enige complexiteit met zich meebrengt, denk ik dat het beter is om deze woordeloze helderheid aan te reiken die in principe voor iedereen toegankelijk is.

Vraag: Om de Tao en deze woordeloze helderheid te bereiken, heb ik dan een religie nodig?
Antwoord: Oude Taoïstische wijzen waren geen voorstander van het idee van georganiseerde religie; mijn bescheiden ervaring is het daarmee eens. Een mens manifesteert zich door middel van drie kwaliteiten: lichaam, spraak en geest. Deze drie kwaliteiten geven richting aan onze energie, en met deze drie kwaliteiten spreken we of wel of juist niet de principes van het leven aan — de wetten der harmonie. Een Taoïst wil zich afstemmen op het transcendente principe (waar religie niet bestaat) en bijgevolg in gemeenschap treden met de principes van de werkelijkheid en zijn lichaam, spraak en geest van nature aanpassen in overeenstemming met deze actuele, real-time gemeenschap. Dit proces wordt verstoord door priesterlijke hiërarchieën, dogma’s, cultuur, traditie en rituelen die de Tao en de werkelijkheid zelf overschrijden, alsof ze tussenbeide komen. De Tao is de enige autoriteit.

Aviilokín K’shi